mijn capsule-kast: nog eens een update

Het begon in oktober 2015. Ik stond voor mijn kleerkast en had weer eens niets om aan te doen. Jullie herkennen dat vast: hopen kleren maar het toch niet zien. Ik nam op dat moment een drastische beslissing, en gaf meer dan de helft van mijn kleren een andere bestemming. Hoe dat ging en welk principe ik toepaste, kunnen jullie hier lezen. (En drie updates hier en hier en hier.)

Ondertussen zijn we bijna 5 jaar verder en ik hou het principe van de capsule-kast mooi vol. Mijn kleerkast telde in het begin in totaal 50 stuks (ondergoed, slaapkleding, sportkledij, jassen en schoenen niét inbegrepen). Maar ik merkte dat er een 8 à 10-tal stukken daarvan niet gedragen werden in de winter, en evenveel andere niét in de zomer. Dus stapte ik over naar 60 stuks, wat nog steeds 50 per semester wil zeggen (kunnen jullie nog volgen?).

Laten we gewoon die kleerkast opendoen. Dit is het, de volledige inhoud:

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat er nog een beige linnen topje in de was zat, voeg er dus maar één (zomer)stuk bij, en één dikke trui die niet in mijn ‘grid’ paste maar dadelijk wel in een volgend overzicht te zien is. Wie snel geteld heeft, ziet dat er dus 57 stukken in de kast hangen. Toen ik vorige week in de kast van Sarah mocht gluren, verbaasde ik me over haar aantal zelfgemaakte stuks. En meteen ging ik dat ook eens na bij mezelf. Helaas, ik haal slechts 22%.

Ik heb 8 lange jurken, 2 jumpsuits, 6 gewone jurken, 6 rokken, 6 broeken, 2 shorts, 2 cardigans, 1 gewone trui, 14 topjes/t-shirts, 5 hemden/blouses en 5 dikke truien Als je dat zo leest, is dat best veel eigenlijk. Ik daag je uit om jouw kledingstukken ook eens te tellen, en te zien wat dat geeft.

We hebben nogal snel het idee dat we niet zoveel kleren hebben, tot je effectief je kast leeghaalt en de optelsom maakt…

Als je een capsule-kast wil, is het handig om je aan een aantal regels te houden: kies hoofdkleuren (ik koos zwart/wit/grijs) en een selectie aanvullende kleuren (voor mij zijn dat herfsttinten). De uitzonderingen op mijn regel zijn roze en jeans (in vrij beperkte mate). En wat ook belangrijk is: ga zo weinig mogelijk voor prints. Prints raak je namelijk sneller beu en matchen ook minder onderling.

Mijn hoofdkleuren vormen ook echt de basis van mijn kast. De eerste foto is mijn kast van 2 jaar geleden, daaronder zie je mijn kast van vandaag en wat dus vervangen werd.

Het deel van mijn kast in herfstige kleuren is al een heel kleiner aantal. Ook hier toon ik jullie het verschil tussen 2 jaar geleden en vandaag.

En als laatste mijn ‘uitzonderingen’ qua kleur (die een beetje beginnen toenemen…).

De zelfgemaakte stuks (met links naar de betreffende blog of IG-posts en het jaar waarin ik ze maakte):

  1. zwarte linnen broek (Clara culotte – mei 2019)
  2. zomerse streepjesjurk (easy streepjes – april 2016)
  3. zomerrok (Florence Flair – juni 2017)
  4. grijze t-shirt (simpele basic – mei 2017)
  5. donkergrijze sweatpants (Lazy London – april 2018)
  6. zwarte hemdsjurk (Runa LMV – december 2019)
  7. topje (kraanvogel top – juni 2018)
  8. leopard jurk (wrapdress – september 2018)
  9. okergele rok (Dolores LMV – juli 2017)
  10. zwierrok (Lotte Martens rok – maart 2020)
  11. ribfluwelen rok (Anna Fibre Mood – september 2019)
  12. maxijurk (Vogue 9311 – september 2018)
  13. ribfluwelen broek (Hollywood trouwers – november 2018)
  14. zelfgebreide trui (door een lieve vriendin)

Niet alles wat in mijn kast hangt is nieuw. Het topje in leopard print gaat al 10 jaar mee en het jeanshemd is ook al 8 jaar oud. Wie mijn blog en Instagram volgt, weet ook dat ik veel meer naai dan wat hier in de kast hangt. Niet alles wordt dus gedragen, ik beken. Sommige dingen hebben zelfs nooit de binnenkant van mijn dressing gezien, maar kwam in de etalage van Madeline de Stoffenmadam terecht (zoals deze feestjurk), verkocht ik vrij snel nadat ik het maakte (zoals deze, deze en deze rok, deze sweater en deze blouse) of verhuisden naar de kleerkast van een dochter (zoals dit hemd en deze zomerjurk).

Ik maak dus nog geregeld fouten: ik koop stof omdat ik ze mooi vind en niet kan weerstaan (goed wetende dat ze niet in mijn capsule past) of ik koop kleren die uiteindelijk niet mijn ding zijn. Ik ben dan ook heel radicaal: een jaar niet gedragen? Dan gaat het eruit!

En daarover gesproken: Ik heb nog 2 zelfgemaakte stuks in de aanbieding: een hemd (May-Belle – €15) en een rok (kokerrok in Lotte Martens Punta di Roma – €20). Mocht je interesse hebben dan mag je me mailen (goris.eva@telenet.be) en geef ik de afmetingen/maten door.

Of ik geen ‘slechte’ kleren heb dan om in de tuin te werken of te kuisen of te schilderen of behangen, vragen mensen mij soms. Nee, dat heb ik dus niet. Zoals ik zei: ik hou geen kleren bij, ook niet om vuile werkjes te doen (dan doe ik wel een schort aan of zo).

Twee dingen liggen nog wél ergens achteraan in de kast: een dure jumpsuit die ik jaren geleden in Kopenhagen kocht en misschien ooit nog wel eens bovenhaal. En een mini jeansrok van 20 jaar oud die elk jaar meegaat op zomerse kampeertrip. Noem het nostalgie.