spanje in je bord

Af en toe konden we toch al eens genieten van zomerse temperaturen, en dan krijg ik zin in zomerse gerechten. Alles smaakt zoveel beter in de zon.
Dus daarom, hier, voor jullie: Spanje in je bord!




















nodig (voor 4):
1 blik kikkererwten
1 chorizoworst (+/- 250gr)
1 blik tomatenblokjes
1 rode paprika (in blokjes)
1 rode ui (versnipperd)
1 teentje look
4 grote aardappelen
oregano
1 bosje peterselie





doen:
De chorizoworst in schijfjes van 0,5cm snijden en in een kookpot krokant laten bakken in wat olijfolie. Uit de pan halen en in de achtergebleven olie de ui, fijngesneden look en paprika aanstoven. De aardappelen in blokjes van 2 à 3 cm snijden en toevoegen. De tomatenblokjes toevoegen, kruiden met peper, zout en voldoende oregano. Laten sudderen tot de aardappelen gaar zijn. Chorizo en gespoelde kikkererwten toevoegen. (Als ik te weinig “saus” heb, voeg ik vaak nog wat tomatenpassata toe.)
Hierbij wat vers ciabattabrood en versnipperde peterselie.
Mmmmm ….

she’s gold! (kcw #3 – spring 2013)

Het was alweer wat geleden dat ik nog eens iets voor Dochter 1 naaide. Dat komt omdat ze de schattige-stofjes-fase ontgroeit. Ze werd 11. Daar krijg je dus geen paddestoelen, uilen en hertjes meer aan verkocht. Hip moet het zijn, hip en happening!
Ik vond deze gouden tricot dan ook geknipt voor haar. Een beetje opvallen, dààr is Dochter 1 altijd voor te vinden. Alleen: het is tricot. Maar omdat ik deze week duidelijk in een durvers-fase zit, begon ik er toch maar aan.

Het patroon (Nana) gebruikte ik al eerder en komt uit de Ottobre van juni 2008. Hier en daar deed ik mijn eigen ding, maar de basis bleef hetzelfde.

Op het eerste zicht is het een feestjurk, dat wel. Maar met een jeansjasje erover wordt het meer casual. Een jurk voor vele gelegenheden denk ik, winter én zomer.







































En ja, sinds de Zoon op de foto mocht kon ik de smeekbedes van de Dochters niet meer negeren…


(stof bij Stoffenspektakel)

gingerbread circus (kcw #2 – spring 2013)

De kcw-trein dendert stevig voort. Als ik zie wat er allemaal op de Flickr-pagina verschijnt… dan is mijn doel van deze week peanuts!
Maar toch, ik ging de uitdaging aan en besloot een hemdje te maken. Een écht hemdje. Nooit geprobeerd wegens gebrek aan deftig patroon en vooral aan dùrf. Bij het patroon Gingerbread uit Homemade Mini Couture las ik “basispatroon” en “zonder kans op falen”. En deze keer durfde ik toch.
Dus met enige trots presenteer ik jullie mijn eerste hemdje:

In een circusstofje dat ik eerst maar zo-zo vond en nu plots geweldig schoon.

Met knoopjes die ik zelf als kind wel honderd keer door mijn vingers liet gaan.

En een heel klein folieke, wat ik toch nooit kan laten.

Verder is het een écht basishemdje, geen frullen of prullen, geen paspel, geen zakjes, geen boordjes, niks. Maar volgende keer probeer ik zeker een extraatje, want als ik zie wat Mamasha deze week uit haar hoge hoed toverde… Waauw zeg.
Als je goed kijkt zie je wel dat de print op de mouwen ondersteboven staat. Door de nogal drukke stof valt dat gelukkig niet erg op. En by the way, de pose die de Zoon mij er gratis bovenop gaf… geen idéé waar hij die vandaan haalde.

































































(stof bij Stoffenspektakel)

summer safari (kcw #1 – spring 2013)

Ze keken alle twee nogal raar, mijn vriendinnen, toen ik dit stofje uit de rekken trok. Ik zag nochtans meteen wat het moest worden. Zij niet, denk ik.

Even eerder kocht ik Homemade Mini Couture, en wat een prachtig boek is me dat, zeg! Dat de patronen maar tot 10 jaar gaan en ik twee Dochters van 9 en 11 heb, negeerde ik voor het gemak. Ik heb immers ook nog een vijfjarige Zoon, toch? 
En op pagina 45 staat hij: de Candy Cane, en pracht van een jurk met striksluiting die jullie waarschijnlijk hier en hier ook al zagen. Ik deed een poging om het bovenstuk te vergroten, geen idee of dat op een koosjere manier gebeurde, maar het lukte.
Op de rimpelrok kwamen twee eenvoudige zakken, waarvan ik de voering wat liet komen piepen. Een beetje zoals paspel, maar dan zonder paspelband.
En die strikken, I lòve it! Ik knipte en stikte die vorige week al aan het bovenstuk, ik vind ze zo schattig. Waarmee ik meteen toegeef dat ik de jurk dus niet hélemaal vandaag afwerkte, er werd al heel wat voorbereidend werk gedaan … Soms is de goesting té groot.
En zo is deel 1 van de KCW-uitdaging in the pocket. Op naar deel 2!
(stoffen bij Pauli)

kcw spring 2013

De Kid’s Clothes Week Challenge bestaat al een paar jaar. En elke keer keek ik mee vanaf de zijlijn. Het doel: per seizoen gedurende 1 week elke dag een uur naaien aan kinderkleding. En ja, patronen overtekenen en stof knippen telt ook!




Dit keer doe ik mee. De lente 2013 editie gaat vandaag van start. Ik speelde vals want de goesting was gisteren té groot dus ik begon al. Twee patronen werden overgetekend, één stuk al geknipt. Mijn persoonlijk doel is namelijk nogal serieus: ik wil elk van mijn drie kinderen deze week van een kledingstuk voorzien. En ja, ook voor de Zoon wil ik iets gemaakt krijgen. En flocken telt niet. Toch niet in mijn reglement.
Neem me niet kwalijk dus. 
Ik ga nog wat verder werken.

howdy

Of “Hoewist?”. Maar dan in cowboytaal.

De Zoon wordt hier nogal genegeerd als het op naaisels aankomt. De Jacobbroek ligt al maanden half te verkommeren in een hoek van de kamer. Ik moét er echt eens werk van maken, evenals van de Charlie die ook al zo lang mijn ogen uitsteekt.

Dus ondertussen flock ik wat. Bij wijze van troostprijs.

Deze cowboy stond al een tijd op mijn Pinterest, maar kan je ook gewoon bestellen bij Applicatie En Zo. De ster die uit de cowboyhoed kwam, streek ik achteraan tegen de halslijn. No waste!

En voor kleine Lucas maakte ik nog snel een monster-shirt. Hij is pas twee maar doet nogal moeilijk over zijn garderobe. Enkel EvaMaria-wear, zegt hij. Tja, what can I say?

copycat

En dit keer was het echt van copy-paste. De Bobo Choses jurk waar ik het eerder al eens over had. Zo eenvoudig dat het echt bijna sneller gemaakt is dan gekocht. De stof koos Dochter 2 in dé stoffenwinkel van NYC, waar ik Tim Gunn-gewijs op een half uurtje doorstormde.
Ik tekende de bestaande jurk gewoon over, rechtstreeks op de stof nog wel! Ik verlengde hem met een paar centimeter, want zo’n kind, dat groeit.

Ik maakte Engelse zijnaden, wat toch properder afwerkt. De stof was namelijk erg dun en nogal lastig om vooraf af te werken met een zigzagsteek. Een overlockmachine zou hier waarschijnlijk een geweldige hulp geweest zijn.

Achteraan kwam simpelweg een knoop. Lang leve de ritsloze jurken!

(stof bij Mood)

feest!

Dochter 1 werd vorige week elf. En tegenwoordig zijn elf-jarigen al pubers. Ook hier. Manman, wat staat me nog te wachten?

Het toeval wilde dat haar idool, Meneer Bieber, nét op haar verjaardag in het land was. Dus over een kado moesten we niet lang nadenken. Twee tickets werden lang geleden aangekocht, en een slachtoffer om haar te vergezellen werd gezocht. Dat slachtoffer vonden we in mijn broer; je moet immers iets over hebben voor je petekind, vind ik.
Maar Dochter 1 blijft ook mijn klein dutske, elf of niet. Toen ik haar 10 jaar en 8 maanden geleden voor het eerst in mijn armen kreeg, zag ik een Monchichi’ke. Kennen jullie dat nog, die knuffels die in de jaren 80 mega-populair waren? Iedereen had ze, ik ook. 
We noemen Dochter 1 nog steeds Monchichi. En het werd tijd dat ze er zelf één kreeg. Kijk nu, de gelijkenis is toch treffend?

En om een hoopje elf-jarigen te entertainen op een feestje verzon ik iets creatiefs. We vertrokken van dit:

Dat werd omgetoverd tot dit:

En dit alles…

…werd aan het eind van de middag zoiets:

Verder deden ze wat meisjes van die leeftijd doen: tateren, tateren, tateren.
En snoepen.



By the way: de vogeltjes zag ik bij Silly Old Suitcase, ze verkoopt prachtexemplaren in haar shop!



new york, new york

Een stad naar mijn hart.

Waar ik dat hart al eens eerder verloor. En de Husband ook. Dat maakte dat we er opnieuw naartoe trokken, met z’n allen. We genoten volop, van die week in The City of Cities.
We keken naar de skyline.
Elke keer opnieuw.
We lachten met luie beesten in de Bronx Zoo.
We deden aan cultuur.
En aan gastronomie.
We hadden pretpark-plezier.
En kregen nekpijn.
We werden stil.
En kwamen ogen te kort.
We kregen nog meer nekpijn.

En moesten geregeld uitrusten.

Daarna hadden we weer energie voor tien.

En tot slot wilde ik nòg eens naar het schoonste gebouw ter wereld.
Ik weet het nu al zeker: ik moet weer terug.