
195 vierkantjes van 17cm x 17cm werden door mij uitgeknipt uit 6 verschillende stoffen. Met over mijn schouder meekijkend mijn instructie-gevende super-precieze grootmoeder. Die nauwkeurigheid heeft moeke me niet kunnen doorgeven, ik snij te veel en te vaak bochten af, maar de naaigoesting is wel blijven hangen.

Het aan mekaar stikken van die 195 vierkanten deed ik niet volledig zelf, misschien een rij of drie. Tot moeke het weer uit mijn handen nam. Nauwkeurigheid, weet je wel. Het patroon maakte ik vooraf wel zelf, en die miniversie bewaar ik forever.

Ik weet nog hoe het salon aan de kant moest worden geschoven om heel dat gevaarte op de grond te kunnen leggen, er wattine tussen te spelden en daarbovenop de effen achterkant. Duizend speldjes, en ik die zei “Moeten dat er zoveel zijn?”. Waarop moeke waarschijnlijk alleen maar zal gelachen hebben. Al weet ik dat niet meer zeker. Maar de speldjes gebruik ik nu nog steeds.

Die drie lagen aan mekaar stikken deed ik wèl. Met veel gevloek, want zo’n gigantische sprei draaien en keren onder een naaimachine… Dat ik de biais er dan weer niet zelf rondstikte, zal jullie niet verbazen. Al had ik toen geen idee hoe moeilijk dat eigenlijk is, zo’n biaislint netjes vaststikken. Nu zoek ik soms naar foutjes of scheve stiksels. Labour lost, I tell you.