In de La maison Victor van januari-februari viel me meteen de Vilette jas op. Een model dat er helemaal uitziet zoals ik mijn jassen vandaag het liefst heb: eenvoudig en lichtjes oversized.
Ik testte het model uit op Dochter 1 met een zwart-wit-gouden jacquard die ik twee jaar geleden bij Mon Depot op de kop kon tikken. Ik herinner me dat ze eigenlijk uitverkocht was maar dat ik iets later een mailtje kreeg van Katelijne dat er nog anderhalve meter overschot was. “Verkocht!” zei ik, en daarna gebeurde er niks mee.
Tot deze week dus. Wat ik even over het hoofd zag, is dat 150 cm niet voldoende stof is voor zo’n jas. Ik besefte dat toen ik bijna alle patroondelen geknipt had en plots met geen enkele mogelijkheid de belegdelen van de voorpanden er nog uitgepuzzeld kreeg. Tenzij in 3 delen. Wat ik dan maar deed. Living on the edge en al, de naaipolitie pakt mij nog eens op.
Het model voorziet opgestikte zakken. Die moest ik echt wel schrappen, daar was geen kruimel stof meer voor over. Als alternatief maakte ik zakken in de zijnaad, die achteraf bekeken wat te laag zitten.
De jas zit heel snel in mekaar, ik ondervind voor mezelf wel dat de mouwen nogal kort uitvallen toen ik hem paste. Voor Dochter 1 is dat duidelijk niet het geval. Ik verkortte de jas wel met 4 cm omdat Dochter niet van de grootsten is.
De stof is iets te stijf, waardoor de jast minder soepel valt dan ik zou willen en hier en daar wat ‘staat’, vooral achteraan is dat het geval.
Maar ik ben er wel tevreden van, de Dochter ook trouwens. Voor mezelf noteerde ik dus 1 aanpassing: mouwen verlengen, zéker.
Ik ga snel op zoek naar geschikte stof voor mijn eigen versie, en ik denk dat Dochter 2 er ook wel eentje zal willen. Geweldig toch, als een patroon tot 3 keer toe gebruikt wordt!