Na mijn eerste breistapjes onder leiding van de Pronte Priemen volgde al snel een tweede en derde breisel. Iemand fluisterde dat het verslavend zou werken en misschien moet ik die iemand wel eens gelijk geven. Niet zo verslavend als zoute ribbelchips en koffiekoffiekoffie (Guilty as charged, ja.) maar toch…
Ik liep nog eens de Zeeman binnen, en daar lagen ze: bolletjes oudroze wol met zwarte spikkels, tweed-style zeg maar. En ik kocht 5 bollen, zomaar ineens.

Het is de schuld van de prijs per bol. Moesten ze 5x duurder zijn, ik zou niet zo makkelijk zwichten. Want ik wist niet eens wat ik ermee zou aanvangen.

Lang duurde dat niet, ik breide een trui. Alweer volgens dezelfde richtlijnen als de drie vesten die ik maakte. Alleen breide ik twéé rugpanden in plaats van één. Totaal weer niet koosjer waarschijnlijk en ik had ook geen idee hoe ik zo’n boord aan de kraag zou moeten zetten…

Whatever, dacht mijn brein. Ik naaide de schoudernaden dicht en liet de rest zoals het was. Grappig hoe iedereen onder de indruk is van deze trui terwijl ik écht weer zomaar wat deed. En mega-oversized is hij, helemaal slobberend en übergezellig.