Een rok in tule stond al eeuwen op mijn to-sew lijstje. Eentje voor mezelf ja, niet voor een Dochter of nichtje dat even prinses wil spelen. Jaren geleden zag ik de eerste échte stijlvolle tule rok verschijnen op het lijf van mijn fashion icon Sarah Jessica Parker. Ik wilde dat ook maar miste de ballen. Want zo’n tule rok, dat kan heel mooi zijn (check ook Emma Watson en Alicia Keys) maar ik wil er nu ook niet uitzien als Björk. Vijftien jaar geleden en nog steeds één van de grootste Oscar fails ooit. My God.

En toen was daar Trine. En ik pinde niet één maar twee keer. Het kàn dus echt, een tule rok voor gewone volwassen stervelingen als jij en ik. Dus ging ik op zoek naar de perfecte kleur én kwaliteit tule op het Stoffenspektakel. Roze, maar niet té.

Als voering gebruikte ik chiffon, in een roze met gouden glans. Niet dat iemand dat ziet, want het is en blijft voering. Maar het idee dat ik op zo’n soepel laagje poederroze en goud zit…

Enfin, tot daar mijn droombeeld van die tule rok die ik eens gauw-gauw in mekaar zou stikken. Want meer dan wat rechthoeken rimpelen aan een elastiek is dat toch niet?
Duh.

Om een lang verhaal kort te maken: tule doet niet echt wat je wil. En chiffon? Wel, laat ons zeggen dat het woord sh*tchiffon een tijd lang tot mijn favoriete vocabularium behoorde. De hel, echt.

En dan zwijg ik nog over de zoektocht naar de perfecte kleur roze taille-elastiek. Zelfs bij Hexagoon, hét fourniturenwalhalla, was élke kleur roze de foute. Tot mevrouw Hexagoon er eentje bovenhaalde van 1,5 cm breed. Ideaal van kleur. Maar 1,5 cm breed? Om daar 3 lagen tule en 3 lagen chiffon aan te rimpelen… Een horde die ik nooit ofte nimmer nog neem.